AirPort-configuratieprogramma

Instellingen importeren

Als u op een basisstation of een Time Capsule een bestand met instellingen hebt bewaard, of als u een instellingenbestand hebt gekregen van een netwerkbeheerder, kunt u de instellingen importeren op het basisstation of de Time Capsule.

U kunt alle instellingen importeren of alleen de instellingen voor tijdgebonden toegangscontrole, de accountinstellingen of alle overige instellingen.

Basisstationinstellingen importeren

  1. Open AirPort-configuratieprogramma. Als u met een Mac werkt, vindt u AirPort-configuratieprogramma in de map 'Hulpprogramma's' in de map 'Programma's'. Als u met Windows werkt, kiest u 'Start' > 'Alle programma's' > 'AirPort'.

  2. Selecteer het apparaat dat u wilt configureren en klik vervolgens op 'Handmatige configuratie'. Voer, indien vereist, het wachtwoord in.

  3. Kies 'Archief' > 'Importeer', selecteer het instellingenbestand en klik op 'Open'.

  4. Selecteer de instellingen die u wilt importeren en klik op 'OK'.

  5. Klik op 'Werk bij' om de nieuwe instellingen actief te maken.

Om een instellingenbestand te bewaren, kiest u 'Archief' > 'Bewaar kopie als'. Schakel 'Bewaar wachtwoorden als gecodeerde gegevens' in om ervoor te zorgen dat het apparaatwachtwoord moet worden ingevoerd wanneer u de instellingen later importeert. Om alle instellingen met uitzondering van wachtwoorden te bekijken, klikt u op 'Ga door' en voert u geen wachtwoord in.