AirPort-configuratieprogramma

Een draadloze client toevoegen aan een 802.11n-netwerk

Als u een AirPort-basisstation gebruikt dat 802.11n ondersteunt of als u een Time Capsule hebt, en uw netwerk via WPA - persoonlijk of WPA/WPA2 - persoonlijk is beveiligd met een wachtwoord, kunt u draadloze clients toegang tot uw netwerk bieden zonder dat deze het netwerkwachtwoord hoeven in te voeren.

Wanneer u een client toegang tot het netwerk verleent, worden de naam en het draadloze MAC-adres (of AirPort-ID) van de client opgeslagen in de toegangscontrolelijst van AirPort-configuratieprogramma. De gegevens blijven in de lijst staan totdat u ze eruit verwijdert. U kunt ook gedurende een periode van 24 uur toegang verlenen. Na deze periode heeft de client dan geen toegang meer tot uw netwerk.

Als u toegang tot uw draadloos netwerk verleent, hoeft de client geen netwerkwachtwoord in te voeren.

Een client toegang bieden tot uw netwerk

  1. Open AirPort-configuratieprogramma. Als u met een Mac werkt, vindt u AirPort-configuratieprogramma in de map 'Hulpprogramma's' in de map 'Programma's'. Als u met Windows werkt, kiest u 'Start' > 'Alle programma's' > 'AirPort'.

  2. Selecteer het apparaat dat u wilt configureren en klik vervolgens op 'Handmatige configuratie'. Voer, indien vereist, het wachtwoord in.

  3. Kies 'Basisstation' > 'Voeg draadloze clients toe'.

  4. Geef aan hoe de client toegang kan krijgen tot het netwerk:

    • Selecteer 'Pincode' om de code van acht cijfers in te voeren die u hebt ontvangen van de client die het netwerk wil gebruiken.

    • Selecteer 'Eerste poging' om de volgende client die wil deelnemen aan het netwerk toegang te verlenen.

    • Selecteer 'Beperk toegang van client tot 24 uur' als u maar één dag toegang tot het netwerk wilt verlenen. Als u deze optie niet selecteert, heeft de client toegang tot het netwerk totdat u de naam van de client uit de lijst verwijdert.

U kunt de client verwijderen door te klikken op 'AirPort' in de knoppenbalk van AirPort-configuratieprogramma. Klik vervolgens op 'Toegangscontrole', selecteer de naam van de client en klik op 'Verwijder' (-). U moet de instellingen op het apparaat vernieuwen nadat u een client uit de lijst hebt verwijderd.