Om NAT-opties (Network Address Translation) in te stellen voor uw draadloze AirPort-apparaat, opent u de configuratie van het apparaat, klikt u op 'Internet' en controleert u in het venstermenu 'Verbindingsdeling' of het apparaat is ingesteld voor het delen van een publiek IP-adres. Vervolgens klikt u op 'NAT'.
'Activeer standaardhost op': Een standaardhost is een computer in het netwerk die rechtstreeks in verbinding staat met het internet en al het inkomende verkeer ontvangt. Een standaardhost is bijvoorbeeld handig als u een computer in uw AirPort-netwerk wilt gebruiken voor netwerkgames of als u al het internetverkeer via één computer wilt laten lopen.
'Activeer NAT-poortkoppelingsprotocol (NAT-PMP)': Het NAT-poortkoppelingsprotocol (NAT-PMP of NAT Port Mapping Protocol) is een Internet Draft van de Internet Engineering Task Force en vormt een alternatief voor het veelgebruikte UPnP-protocol (Universal Plug and Play) dat in veel NAT-routers is geïmplementeerd. Met NAT-PMP kan een computer in een privaat netwerk (achter een NAT-router) de router automatisch configureren om clients buiten het private netwerk in staat te stellen met deze computer te communiceren.
Het protocol bevat een methode voor het ophalen van het publieke IP-adres van een NAT-gateway. Deze methode stelt een client in staat het publieke IP-adres en het poortnummer bekend te maken aan peers die met de client willen communiceren. Dit protocol is geïmplementeerd in recente Apple producten, zoals Mac OS X 10.4 Tiger, AirPort Extreme- en AirPort Express-netwerkproducten, Time Capsule en Bonjour voor Windows.
U kunt alleen NAT-opties instellen als het basisstation of de Time Capsule is geconfigureerd om de internetverbinding te delen via DHCP en NAT.