Met het paneel 'Draadloos' kunt u opties voor het draadloze netwerk instellen.
De draadloze modus instellen om een nieuw draadloos netwerk aan te maken of een draadloos netwerk uit te breiden.
Een naam voor het netwerk instellen. Als u met Mac OS X werkt, wordt deze naam in het AirPort-statusmenu in de menubalk weergegeven. Als u met Windows XP werkt, wordt deze naam boven het symbool voor draadloze netwerken in het systeemvak weergegeven.
De radiomodus instellen. Kies de frequentie voor uw draadloze netwerk die het meest compatibel is met de computers die verbinding met uw netwerk maken.
Als u verwacht dat 802.11b- of 802.11g-computers verbinding met het netwerk maken, kiest u '802.11n (802.11b/g-compatibel)' uit het venstermenu 'Radiomodus'.
Als u verwacht dat 802.11a-computers verbinding met het netwerk maken, kiest u '802.11n (802.11a-compatibel)'.
Als u verwacht dat alleen 802.11n-computers verbinding met het netwerk maken, kiest u 'Alleen 802.11n (2,4 GHz)' of 'Alleen 802.11n (5 GHz)' uit het venstermenu 'Radiomodus'.
Een kanaal voor het netwerk kiezen. In de meeste gevallen is de instelling 'Automatisch' het meest efficiƫnt. Er kunnen zich echter situaties voordoen waarin u een specifiek kanaal voor uw netwerk wilt kiezen. Als u 'Alleen 802.11n (5 GHz)' kiest, kunt u de kanalen niet handmatig instellen.
Het netwerk beveiligen met een wachtwoord. Kies 'WEP' (Wired Equivalent Privacy), 'WPA - persoonlijk' (Wi-Fi Protected Access), 'WPA2 - persoonlijk', 'WPA - bedrijfsniveau', 'WPA2 - bedrijfsniveau' of 'WEP (Transitional Security Network)', afhankelijk van het basisstation dat u configureert en de voorzieningen van de draadloze clientcomputers die verbinding met het netwerk maken.
Extra draadloze opties instellen. Klik op 'Opties draadloos netwerk' om de multicastsnelheid, de zendersterkte en de regio in te stellen, om een gesloten netwerk aan te maken en om storingsonderdrukking in te schakelen. Wanneer u de radiomodus 'Alleen 802.11n (5 GHz)' gebruikt, kunt u instellen dat brede kanalen worden gebruikt (als uw basisstation deze voorziening ondersteunt). Brede kanalen zorgen voor een hogere doorvoersnelheid in uw netwerk.